De Filipijnse archipel van bijna 7.500 eilanden (ja, je leest het goed) beslaat een uitgestrekt gebied tussen China, Vietnam en Indonesië in. Van al die eilanden zijn er niet meer dan tweeduizend ook werkelijk bewoond. En de volgende van die eilanden wil je niet missen!
Palawan
We beginnen gewoon met de koningin van de Filipijnse eilanden: Palawan. Het is herhaaldelijk uitgeroepen tot mooiste eiland ter wereld. Of het klopt of niet doet er niet toe, het illustreert wel dat er hier veel fraais te zien valt.

De schijnwerper richt zich dan bijna automatisch op El Nido en de Bacuit Archipel aan de noordkant van Palawan. Lange witte stranden, azuurblauw water (het bestaat!) en een ruig landschap van rotsen en kliffen. De beroemdste plek is zonder twijfel de Big Lagoon. Een strook van ongeveer 800 meter lang en 100 meter breed met zandbanken en diepere zee tussen de rotsen.
Strandtip Palawan: Nacpan Beach
Nacpan Beach, een kilometer of 20 ten noorden van het stadje El Nido, is 4 kilometer lang en zo mooi dat je het het liefste helemaal voor jezelf wilt hebben (wat waarschijnlijk niet zal gebeuren).

Cebu
Als er al een Filipijns eiland bestaat dat het hart van de natie vormt, dan is het Cebu. Het langwerpige eiland is het middelpunt van een prachtig natuurgebied. We lichten er twee hoogtepunten uit: Oslob en Moalboal.
Cebu: de walvishaaien van Oslob
In de hele wereld leven nog maar ongeveer 1.000 walvishaaien. Deze spectaculaire zeebewoners worden tussen de 6 en 12 meter lang en het is een onvergetelijke ervaring als je ze in het echt in hun natuurlijke leefomgeving kunt zien.
In de Cebu Strait bij Oslob lukt dat soms. Het hangt van het seizoen en de zin van de walvishaaien af of je ze ook daadwerkelijk ziet. En niet alleen die walvishaaien maken Oslob tot een ideale bestemmingen, ook de stranden en het aanlokkelijke blauwe water mogen er zijn.

Cebu: de sardientjes van Moalboal
Vlak voor de kust bij Moalboal leven miljoenen sardientjes. Ze noemen het de Sardine Run. De kleine visjes zwemmen in scholen en bewegen zo’n beetje 24 uur per dag, elke dag. Kun je je voorstellen hoe het is als je ertussen snorkelt? Er leven hier niet alleen sardientjes, maar ook zeeschildpadden.

Coron
De bekendste lagune van het eiland Coron (dat ten noorden van Palawan ligt) is de fotogenieke Twin Lagoon. De grilligheid van de kliffen en de verschillende vormen en kleuren van het water maken van Twin Lagoon een lust voor het oog. Je kunt de Twin Lagoon alleen per boot bereiken, maar eenmaal daar wel (via smalle doorgangen van de ene lagune naar de andere) gaan zwemmen.

Strandtip Coron: Ditaytayan Beach
Eerlijk is eerlijk: Ditaytayan Beach (ook wel Long Beach genoemd) ligt nog een dik uur varen van Coron, maar de tocht en de kans daar op dat hemelse strandje van het eilandje Ditaytayan te kunnen gaan zwemmen of snorkelen lonen de moeite. Het strandje is eerder een zandbank, maar een kniesoor die daar op let.

Bohol
Naar het eiland Bohol ga je niet per se voor het strand (al heeft het nabijgelegen Panglao wel degelijk prachtige stranden), maar voor de natuur. Specifieker: voor de unieke Chocolate Hills en om Filippijnse spookdiertjes te zien.
De Chocolate Hills zijn een opvallende geologische formatie die uit zo’n 1.200 met gras begroeide heuvels bestaat (en die in het droge seizoen een chocoladebruine kleur hebben).

Je snapt het inmiddels: je kunt in twee, drie of vier weken een fantastische reis door de Filipijnen maken. Kijk hier naar Filipijnse bestemmingen die je absoluut niet wilt missen.










































