Deze bouwsteen begint op Flores.

Je wordt (indien van toepassing) opgehaald op de luchthaven en naar Moni gebracht.

Moni is zo'n typisch dorpje waarvan ze zeggen dat ze het 's nachts binnenhalen, zo klein. Het ligt in een natuurrijke omgeving aan de voet van de Kelimutu vulkaan.

Je hoeft verder vandaag niks, maar misschien vind je het leuk om naar de Murondao waterval te wandelen. Het is een kleine waterval, maar de omgeving is mooi, je kunt er rustig een kop koffie drinken en -als je wilt- zwemmen.

Zonsopkomst is altijd mooi, en al helemaal als je die kunt meemaken bij de Kelimutu vulkaan. Tja, je moet vroeg je bed uit, maar slapen kan altijd nog....

Het is nog donker als je wordt opgehaald en vanaf de voet van de vulkaan in een half uurtje naar het uitkijkpunt te wandelen, vanwaar de zonsopkomst het allermooist is.

Er is hier nog een fraai natuurverschijnsel dat je niet wilt missen: de Kelimutu meren. Het zijn drie kratermeren, ook bekend als 'het kokende meer' of 'het driekleuren meer'. Door de minerale werking veranderen de kleuren van de 3 kratermeren. De lokale bevolking gelooft dat elk van de meren de rustplaats is van zielen van overledenen. Eentje voor jonge mensen, eentje voor bandieten en eentje voor ouderen. Als de kleur verandert weten ze hier dat er weer offers moeten worden gebracht.

Voordat je in Bajawa aankomt, stop je nog bij de Soa Natural Hot Springs, waar het warme water vanuit een rivier onder de kokosplamen doorstroomt.

Het eindpunt heet Bajawa. Ook hier is het stadje ondergeschikt aan de overweldigende kracht van de natuur. Regenwoud, watervallen, rivieren, heuvels en vulkanen bepalen het aangezicht.

Het bestaat niet dat als je in Bajawa bent, je de Inerie vulkaan nog niet hebt ontdekt. De vulkaan is in de verre omtrek van Bajawa de gezichtsbepalende factor. Het is met 2245 meter ook de hoogste vulkaan van het eiland.

Je tour van vandaag speelt zich vooral aan de voet van deze vulkaan af. In de dorpjes waar de tijd lijkt te hebben stil gestaan, dorpshoofden het nog voor het zeggen hebben en traditionele waarden en het geloof in bovennatuurlijke krachten leidend zijn. In Bena bijvoorbeeld, waar de huisjes hoge steile daken van gras hebben en afbeeldingen voor de deur aangeven wie er woont.

Van Bajawa naar Ruteng. Ruteng was ooit het middelpunt van het Maggarai koninkrijk. Alhoewel we in het westen weinig bekend zijn met de Maggarai, kennen we vaak wel hun typische dans die op zweepgevechten lijkt. Het dorpje Maggarai Pu'u bestaat nog altijd en wordt als heilig beschouwd.

Wat naast The Kings House (hier woonde koning Baroeng) aan Maggarai herinnert, staat op de achtergrond van het christendom dat door de Nederlanders werd gebracht. Ruteng wordt weleens het stadje van de duizend kerken genoemd. Van die '1000' kerken is de rood-witte kathedraal de opvallendste.

Op weg naar Ruteng, dat in de hooglanden aan de voet van Mount Anak Ranaka ligt, kun je stoppen bij het strand van Aimere. Aimere is beroemd omdat ze hier arak maken, een alcoholisch drankje van dadelsap.

Je logeert in Ruteng bij de nonnen, een homestay, maar dan anders....

Labuang Bajo is nauwelijks groter dan Ruteng. Het ligt op de meest westelijke punt van Flores, aan een baai waar de gestreepte zeilen van de boten de aandacht trekken. Net als de met bougainvillea slingers versierde huizen.

Niet te missen in deze omgeving zijn de lodok in Cancar, dit zijn enorme spinnenwebvormige rijstvelden. Echt een heel mooi gezicht.

Dit is een dag waarnaar je waarschijnlijk wel hebt uitgekeken: vandaag kun je de komodovaranen in hun natuurlijke omgeving zien. Om dat te bereiken word je naar de haven gebracht voor een boottocht van een kleine 3 uur naar het eiland Rinca (dat onderdeel is van het Komodo National Park). Hier maak je een wandeling om het eiland te verkennen en tref je -normaal gesproken- de komodovaranen in het wild. Komodovaranen zijn de grootste varanen, een soort enorme hagedissen. Ze kunnen een lengte van meer dan 3 meter bereiken en wegen dan minstens 90 kilo. En ze komen alleen in deze regio voor.

Op Rinca leven niet alleen komodovaranen, je kunt er ook wilde waterbuffels, timor herten, makaken, wilde varkens en wilde paarden zien. Houd je ogen ook op de bomen gericht, want met een beetje geluk zie je in een boom een kleine komodovaraan, die zichzelf beschermt tegen de volwassen komodovaranen.

Na 2,5 uur wandelen, ga je terug naar de boot en vaar je verder naar het eiland Komodo. Ook deze tocht over helderblauw water duurt een kleine 3 uur. Gelukkig wordt er terwijl je onderweg bent lunch geserveerd.

Ook ga je naar Kalong Island. Kalong betekent vleermuis en daarmee is wat dit eiland betreft geen woord te veel gezegd. Er leven er hier vele duizenden.

Je dineert en overnacht op de boot. Dat is heel eenvoudig: matrassen met lakens onder een overdekt dek. Het toilet vind je aan de achterkant van de boot. Niet luxe, maar gegarandeerd een unieke ervaring!

Je leven in de buitenlucht wordt met een dagje verlengd. Met je boot als vervoersmiddel en verblijfplaats ontdek je ook vandaag de pracht en praal van dit schitterende natuurgebied.

Je gaat bijvoorbeeld naar Padar, een klein, maar geweldig fotogeniek vormgegeven eiland, waar in de buurt nog altijd mantaroggen en haaien leven.

Bij Manta Point gaan we snorkelen om te kijken of we deze fantastische meterslange (maar ongevaarlijke) mantaroggen van dichtbij kunnen zien. (Op de boot zijn snorkelspullen aanwezig.)

Gili Laba is het broertje van Padar. Ook hier vind je rustige baaien, smalle stranden en een grillig eiland met een heuvellandschap. Wie weet wil je hier wel een half uurtje rondwandelen.....

Na een ontbijtje op de boot, ga je wederom op pad om de omgeving te verkennen.

Veel meer dan je zwemkleding heb je niet nodig om bij het eiland Siaba Besar te kunnen snorkelen. Het water is hier relatief ondiep, staat vol met koraalrif en wordt vooral bevolkt door zeeschildpadden.

De tweede fraaie snorkellocatie van vandaag heet Kanawa eiland. Ook hier nodigt het turquoise water uit nog maar eens het water in te duiken. Wie weet zie je een 'wobbegong' haai of een dwergzeepaardje...

Hierna vaar je terug naar Labuan Bajo. Lunch wordt aan boord geserveerd. Aan land word je naar je hotel gebracht.

Je neemt vandaag afscheid van Komodo, maar mogelijk nog niet van dit prachtige land. Je wordt naar de luchthaven gebracht voor je vlucht naar je volgende bestemming.